Een junior ICT-medewerker is sinds een aantal weken werkzaam bij het ministerie van VWS. Sinds het thuiswerken door Corona is er veel druk komen te staan op de ICT. Ambtenaren moeten gemakkelijk en veilig vanuit huis kunnen werken en om dit te waarborgen werken ze elke dag weer aan een beter werkend systeem. Door een kwetsbaarheid in de huidige software wordt het besluit genomen om met een ander softwareprogramma te gaan werken. De junior ICT-medewerker weet toevallig van zijn stageplek, dat het nieuwe softwareprogramma dat het ministerie wil gaan gebruiken, niet zo goed is als wordt gepretendeerd. Hij stapt op zijn leidinggevende af en vertelt over zijn negatieve ervaring met het nieuwe softwareprogramma. De leidinggevende wuift het verhaal van de ICT-medewerker weg, zegt dat hij daar niks over gehoord heeft en dat het allemaal wel zal meevallen. De ICT-medewerker blijft verbaasd achter, maar weet ook dat als het ministerie dit nieuwe softwareprogramma gaat gebruiken, er grote problemen zullen ontstaan. Hij spreekt zijn leidinggevende later nog een keer aan over het nieuwe softwareprogramma, maar de leidinggevende gaat weer niet in op zijn boodschap. De ICT-medewerker weet niet wat hij moet doen, misschien dat zijn leidinggevende het inderdaad wel beter weet?
Verkeerd softwareprogramma
