Spanning door leidinggevende

Een ambtenaar bij OCW heeft een leidinggevende die inhoudelijk wel goed zijn werk doet, maar heel intimiderend kan optreden. De directe collega’s die onder diezelfde leidinggevende vallen, ervaren gelijke problemen. De aandacht gaat vooral naar de inhoud en naar productie en niet naar de onderlinge relatie en het welbevinden van de medewerkers. Er wordt maar niets gedaan met het gedrag van deze leidinggevende, terwijl het echt uit de hand loopt. Medewerkers voeren hun taken onder steeds meer spanning en druk uit. Met alleen de ‘harde kant’, met de ratio, kom je er niet. Uiteindelijk neemt de ambtenaar de beslissing om zich over deze situatie uit te spreken tegen de baas van de leidinggevende. Het maakt dat ze zich een tijdlang ongelooflijk rot en onzeker voelt. Maar ze vindt dat ze het moet doen: het gedrag van de leidinggevende schaadt haar collega’s, het werk en uiteindelijk de organisatie.