Kennis en kwaliteit van uitvoeringsorganisatie en ambtelijk vakmanschap zijn goud waard voor optimale dienstverlening

Ik werk al ruim 20 jaar bij diverse onderdelen van de Rijksoverheid. Momenteel werk ik bij RVO en houd ik me bezig met het verbeteren van de samenwerking in de organisatie. RVO is een organisatie die zich bezig houdt met de uitvoering van beleid, dat is gericht op duurzaam, agrarisch, innovatief en internationaal ondernemen. Zo voeren we subsidieregelingen uit, zoals bijvoorbeeld de tegemoetkoming vaste lasten in het kader van COVID of regelingen om de duurzaamheid en innovatie te bevorderen.

Uitvoering als input bij beleidsvorming

Hoe om te gaan met de eeuwige balans tussen de menselijke maat enerzijds en het streng controleren/aanpakken van fraudeurs anderzijds? Hoe voorkomen we dat na de toeslagenaffaire opeens alles in het licht staat van de menselijke maat, terwijl na de fraude door Roemenen de roep om controle en naleving overal hoorbaar was?

Als uitvoeringsorganisatie ontwikkelen we veel kennis en informatie over de doelgroep die we bedienen. We kunnen deze data ophalen en steeds beter analyseren. Zo ontwikkelen we een scherp zicht op onze klanten. We kunnen vroegtijdig deze inzichten bespreken met beleidsmakers. Dit helpt om de balans tussen streng zijn en de menselijke maat in evenwicht te brengen. Doordat we mensen kennen en er een relatie mee onderhouden, worden we minder gevoelig voor plotse publieke opinie of politieke bemoeienis. Met deze kennis en inzichten kunnen we vanuit RVO ondersteunen bij het maken van regelgeving. Een voorbeeld is de uitvoering van een duurzaamheidsmaatregel van EZ bij de aanschaf van nieuwe machines. Bij de controle van deze maatregel hebben we erop kunnen wijzen dat het controleren op het bezit en het functioneren van de machine alleen niet voldoende is. Om het effect op duurzaamheid daadwerkelijk te testen, moesten we ook kijken naar het daadwerkelijke gebruik van de machines.

Vanuit de uitvoering kunnen en willen we ook open en transparant met beleidsmakers en politiek  spreken over het onderwerp Risicobereidheid. Zowel bij het uitkeren van subsidies als bij het controleren maken we afwegingen over de risicobereidheid. Als voorbeeld geldt de TOGZ-regeling. Hierbij was de leidende gedachte dat we snel en zonder veel omhaal deze middelen in het kader van de COVID-aanpak ter beschikking wilden stellen. We weten en calculeren dan dat er meer kans is op situaties, waarin achteraf blijkt dat deze uitkering misschien ten onrechte wordt verleend. Een plek om dit open en transparant met politiek, beleid en uitvoering te bespreken, zal onze dienstverlening versterken.

Ruimte voor ambtelijk vakmanschap in de uitvoering

Kernwaarde bij het werken voor de overheid is dat je goed wilt doen voor de samenleving. Deze kernovertuiging drijft mij als ambtenaar. Daarnaast kent elke wetgeving ruimte die ingevuld wordt door ambtenaren die interpreteren en besluiten gedurende de uitvoering.

In de praktijk geldt vaak dat 80% van de aanvragen voor een subsidie voldoet en snel door kan naar afhandeling. Voor 20% van de gevallen is er sprake van een grijs gebied. Voor deze situaties geldt dat ambtenaren vanuit de drijfveer om goed te willen, de dossiers ter hand nemen en met kennis van de klant tot een gewogen besluit dienen te komen. Dit ambtelijk besluit dient goed gemotiveerd en gedocumenteerd te worden. Deze besluitvorming door ambtenaren bevindt zich op het scharnierpunt tussen enerzijds de politieke/uniforme regelgeving en anderzijds de ruimte voor interpretatie en menselijke maat. Deze ruimte wordt gevuld door de ambtenaar met zijn ambtelijk vakmanschap, kwaliteit en integriteit. Deze ruimte is kostbaar en precair. Het is vaak niet eenvoudig om hier invulling aan te geven. Men hoeft het niet met mij eens te zijn over mijn besluit, zolang ik maar kan uitleggen hoe ik tot mijn besluit ben gekomen.

Ambtenaren het zelfvertrouwen en de kwaliteiten geven om in dit grijze gebied goed en vakkundig te kunnen en mogen handelen, is essentieel. Hier hoort geen afrekencultuur bij als beslissingen alsnog worden overruled of bijgesteld. Een aanpassing of wijziging van een besluit betekent vaak niet dat ik mijn werk niet goed heb gedaan. We zijn immers als ambtenaar aan dezelfde regels gebonden als de aanvrager van de subsidie. Ik neem een besluit op basis van de regels en informatie die ik heb. Als die later wijzigen, dan is dat geen brevet van onvermogen van mijn werk.

Ik herinner me een voorval uit de tijd van de vuurwerkramp in Enschede. Iemand had in de wijk van de ramp kostbare spullen verloren tijdens de ontploffing. Hij kwam niet voor vergoeding in aanmerking, omdat de regeling alleen voor bewoners van de wijk gold en deze meneer tijdens de ramp wel in de wijk aanwezig was, maar er niet woonde. Wat nu te doen? Dit zijn knelpunten waar we in de uitvoering tegen aanlopen.

Bij dit ambtelijk vakmanschap hoort ook dat signalen sneller en ongefilterd de ambtelijke top moeten bereiken. Het ‘uit de wind houden’ mag geen aanleiding zijn om signalen vanuit de praktijk niet of verbloemd te benoemen. Vanuit ambtelijke vakmanschap kunnen we beter werken aan openheid en transparantie met een acceptatie van fouten en risicocalculatie op alle niveaus.

Keesjan Kleef