De hoofdtaak van een medewerker van Jeugdbescherming is gezinsproblemen oplossen. Deze medewerker heeft al meerdere keren meegemaakt dat een cliënt die na lange en intensieve begeleiding eindelijk een goed opvanghuis heeft gevonden, eruit wordt gezet omdat de zorgverzekeraar de relatie met dat opvanghuis beëindigt. Deze keer gaat het om een minderjarige jongen met een verstandelijke beperking die merkbaar zijn plek heeft gevonden in het opvanghuis. De medewerker doet nog zijn best om het probleem op te lossen via het persoonsgebonden budget, maar zijn ouders zitten in de schuldsanering. Hij zit met zijn handen in het haar en weet niet wat hij moet doen. Hij weet dat als de jongen wordt verplaatst naar een ander opvanghuis, het gezin een terugval krijgt en alles waar ze aan hebben gewerkt opnieuw moet worden opgebouwd. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat cliënten op deze manier, om deze reden, zomaar weggehaald kunnen worden van een plek waar ze zich thuis voelen? De medewerker besluit met pijn in zijn buik, bang voor de gevolgen, zich hierover uit te spreken. Hij wil ervoor zorgen dat het probleem hoger in de organisatie komt en cliënten/burgers die juist onze hulp zo hard nodig hebben niet op deze manier worden behandeld.
De juiste hulp voor het kind
