Onderwijsinspectie: De inspectiedialoog als bindmiddel voor de organisatie

In deze reeks interviewen we rijksambtenaren die binnen hun eigen organisatie werken aan het vergroten van de ruimte voor loyale tegenspraak. Deze keer hebben we gesproken met Aly Oldersma en Esther van Well van de Onderwijsinspectie, over De inspectiedialoog.

“Ook in onze organisatie leven er onder de waterspiegel meer thema’s dan je boven water verwacht.”

Wie zijn jullie en wat doen jullie bij de Onderwijsinspectie?
“Ik ben Aly Oldersma en ik ben Hoofd Klantencontact en Communicatie binnen de inspectie. Ik ben begonnen op 1 juni 2020, midden in coronatijd; Esther trof ik als een van mijn nieuwe collega’s”.
“Ik ben Esther van Well, senior adviseur Communicatie en coördinator Communicatieteam. En daarnaast ook projectleider van De inspectiedialoog”.

Wat is precies De inspectiedialoog?
Aly: “De eerste inspectiedialoog werd georganiseerd in coronatijd. Onze IGO (inspecteur-generaal van het onderwijs), Alida Oppers, was net nieuw in de organisatie en we wilden het contact tussen haar en de medewerkers faciliteren. Wat best moeilijk is in coronatijd, want je komt elkaar simpelweg niet tegen. We wilden investeren in de onderlinge contacten en het elkaar beter leren kennen, zowel tussen de IGO en de organisatie, als tussen medewerkers en de IGO, als tussen collega’s onderling. Dat lukt het best door met elkaar in gesprek te gaan. Toen hebben we gezegd: We starten een projectgroep met leden vanuit de hele organisatie, en gaan dialoogsessies organiseren. Die hebben we toen ‘De inspectiedialoog’ genoemd. Er zijn virtueel – dat kon toen nog niet anders – gesprekken georganiseerd over thema’s die we gezamenlijk van belang vonden.”

Esther: “Een belangrijke reactie die we van medewerkers terugkregen na de eerste inspectiedialoog was dat ze het prettig vonden om het ‘één organisatie’-gevoel te ervaren. De tweede inspectiedialoog was net na coronatijd en daarom kozen we voor live bijeenkomsten, zodat mensen elkaar, naast het inhoudelijke gesprek, ook weer in het echt konden ontmoeten. Er waren natuurlijk ook veel nieuwe medewerkers begonnen in coronatijd. De inspectiedialoog was echt bedoeld als bindmiddel voor de organisatie.”

Wat is er zoal besproken bij de tweede inspectiedialoog?
Esther: “We hebben bij medewerkers gevraagd wat zij als thema wilden bespreken in de dialoog. Wat toen heel erg speelde, was het Onderwijsraadadvies over het toezicht. Dit advies heeft de discussie aangewakkerd over de vraag hoe we bepaalde dingen in ons toezicht doen. Dat gonsde merkbaar door de organisatie. Als projectgroep hadden we meerdere mailtjes ontvangen van medewerkers die het wilden hebben over het Onderwijsraadadvies. In eerste instantie was de dialoog niet direct voor actuele dossiers opgezet, maar nu het zo samenkwam, was het heel mooi om het toch te doen en ideeën, beelden en meningen van medewerkers uit te wisselen. Collega’s wilden heel graag meepraten over het advies van de Onderwijsraad. We organiseerden meerdere sessies over dit thema; die vaak druk werden bezocht’’.  

Aly: “De Inspectie van het Onderwijs is opgebouwd uit verschillende directies, en organisatiebreed kon iedereen zich voor De inspectiedialoog inschrijven; wel met een maximaal aantal deelnemers, om een goed gesprek te kunnen voeren. Gespreksleider was steeds een van de directeuren. Zijn of haar rol was om ervoor te zorgen dat iedereen in de luisterstand ging staan, want dat was heel belangrijk.”  

Wat maakt luisteren zo belangrijk?
Aly: “We kennen allemaal wel de medewerkersbijeenkomsten, waarbij je een centrale boodschap hebt en waarover je in gesprek gaat. Die zijn ook belangrijk, maar hier ging het echt om het elkaar leren kennen, de organisatie leren kennen en horen wat er speelt binnen de organisatie. Het is geen bijeenkomst waarin je informeert, afstemt of overtuigt; je bent echt aan het dialogiseren en daarbij is luisteren een van de randvoorwaarden.”  

Esther: “Inderdaad, want anders dan normaal ben je geen ideeën aan het genereren, niet op zoek naar een oplossing en al helemaal niet naar het meerderheidsperspectief. Bij een dialoog ben je de verscheidenheid aan het onderzoeken en zijn de grote en kleine verschillen juíst interessant. We hebben veel overleggen en we stemmen heel veel af, maar echt in dialoog gaan over iets waar niet meteen resultaat uit voortkomt, dat is niet iets wat wij standaard doen. De insteek van de projectgroep en van de IGO was ook om de verschillende perspectieven boven water te krijgen. Dat hebben we ook benoemd in de oproep: we gaan op zoek naar waar het schuurt. En daarbij moeten we ook zeggen: we hebben een start gemaakt met De inspectiedialoog, maar het is nog niet klaar. Ook in onze organisatie zijn er thema’s waarover onder de waterspiegel meer leeft dan je boven water verwacht.” 

Heeft De inspectiedialoog voor jullie ook een relatie met tegenspraak?
Aly: “Als de organisatie in staat is om waardevrij naar elkaar te luisteren, dan heb je een perfecte springplank om tegenspraak te organiseren. Maar dat is tegelijkertijd echt lastig. Op het moment dat je alleen maar meningen tegenover elkaar zet, ik weet niet of je dan met tegenspraak bezig bent, maar volgens mij lost het niet zo heel veel op, dan ga je alleen maar polariseren. Je wilt open het gesprek aangaan: dialogiseren, luisteren en onderzoeken. Dat betekent dat je niet vanuit meningen praat, maar vanuit nieuwsgierigheid, en dat je waardevrij op onderzoek gaat en een oplossing nog even uitstelt. Dat vraagt echt wat anders. Het is aan alle kanten wennen, ik denk dat dat voor de hele rijksoverheid geldt. Een goede dialoog voeren, is best ingewikkeld. Of je die nu intern voert, of met de buitenwereld.” 

Wat waren de ervaringen vanuit de deelnemers?
Esther: “Inspirerend, laagdrempelig en waardevol. Tegelijk heeft niet iedereen deelgenomen, dus collega’s die er niet waren, zagen misschien een hogere drempel, maar dit is wat deelnemers teruggaven. Daarnaast hebben deelnemers het als verrijkend ervaren om al die verschillende perspectieven en inkleuringen van andere directies mee te krijgen. Je krijgt een helderder beeld van hoe divers onze organisatie is. Het gaf bovendien het gevoel één organisatie te zijn. Zo weten medewerkers wat er bij anderen speelt en tegelijkertijd hebben ze het gevoel ergens bij te horen.”  

Aly: “De inspectiedialoog werd heel erg gewaardeerd, ook in het licht van corona natuurlijk. Iedereen was hongerig naar contact, verbinding en het ergens bij willen horen.”

Jullie gaven aan dat de deelnemers het inspirerend, laagdrempelig en waardevol hebben gevonden. Hoe heeft de IGO De inspectiedialoog ervaren?
Esther: “Fijn om te doen. Aangezien de IGO nieuw was en door corona de organisatie virtueel moest leren kennen, was De inspectiedialoog voor haar een manier om strategische thema’s te bespreken, goed in beeld te krijgen hoe we de buitenwereld zien en betrekken, inkleuring van thema’s te krijgen, medewerkers te ontmoeten en zowel inhoudelijke zaken, als bepaalde cultuuraspecten van de organisatie mee te krijgen.” 

Hebben jullie ook al een idee voor een derde inspectiedialoog?
Esther: “Het is wel de bedoeling om de dialoog voort te zetten. Eerst willen we de uitkomsten van de eerste twee dialogen nog verder onderzoeken: wat zien we gebeuren, waar liggen behoeften en wat kunnen en willen we met De inspectiedialoog? Bovendien: zolang er belangrijke thema’s ‘onder de waterspiegel’ leven, zullen wij blijven zoeken naar goede manieren om hierover in gesprek te gaan en ze te herkennen en te benoemen.”

Aly: “We moeten onze gedachten er nog een beetje op scherpen, maar dat er een vorm van dialoog komt, staat wel vast. De behoefte om dat helemaal inspectiebreed te doen, zoals de vorige keer, die leeft wat minder. Misschien is dialogiseren ook niet altijd de juiste vorm. Het is een van de middelen in onze toolbox. Het hangt er ook vanaf wat je wilt bereiken. Ik wil er eigenlijk nog wel even over nadenken.” 

Hoe zien jullie je rol als communicatieprofessional in relatie tot loyale tegenspraak en het creëren van dialoog?
Aly: “Ik vind dialogiseren heel erg belangrijk. Ik vind dat mensen wat meer naar elkaar mogen luisteren, daar wordt de wereld mooier van. Communicatie heeft een rol in het benadrukken van de waarde en het belang van dialoog, en kan zeker ook een meer praktische rol hebben in het faciliteren, bijvoorbeeld door een projectgroep te initiëren. Maar al ligt de dialoog er misschien dicht tegenaan, op het gebied van loyale tegenspraak zie ik een meer bescheiden rol voor communicatie. Dialogiseren kan een goede manier zijn om tegenspraak te organiseren, maar je kunt mensen natuurlijk niet verplichten om tegenspraak te geven. Op onderzoekende wijze in gesprek gaan, dat helpt wel.” 

Nadat dit interview had plaatsgevonden, is er naar aanleiding van de actualiteit een nieuw dialooggesprek georganiseerd over het thema ‘De onafhankelijkheid van de inspectie als toezichthouder’. Hiervoor was in de organisatie veel belangstelling en een tweede gesprek hierover staat inmiddels gepland.