De personeelsraadgever is in 2017 ingesteld door de secretaris-generaal van VWS. Binnen OCW en SZW kent men vergelijkbare functies. Het doel van de personeelsraadgever is om klacht, bezwaar en juridische procedures zoveel mogelijk te voorkomen. De personeelsraadgever behandelt geen directe klachten, maar staat open voor alle medewerkers (inclusief leidinggevenden) binnen het ministerie.
Een medewerker kan direct en rechtstreeks contact opnemen met de personeelsraadgever. Het contact is vertrouwelijk en verplicht de medewerker tot niets. De personeelsraadgever kan adviseren en/of bemiddelen bij het zoeken naar een goede oplossing. De personeelsraadgever heeft ook de mogelijkheid om te escaleren – zelfs tot aan het niveau van de SG – maar nooit zonder toestemming van de medewerker.
De personeelsraadgever legt direct verantwoording af aan de SG en aan de departementale ondernemingsraad. Deze positionering zorgt ervoor dat de raadgever zonder belangen en zonder “last en ruggenspraak” kan functioneren.
In de praktijk heeft de personeelsraadgever de toegevoegde waarde bewezen. In één jaar kwamen ruim 150 hulpvragen bij de personeelsraadgever terecht. Door inspanningen van de personeelsraadgever zijn een aanzienlijk aantal juridische conflicten voorkomen (117). Om de personeelsraadgever vol tot bloei te laten komen is het belangrijk dat medewerkers van het bestaan en de mogelijkheden weten.
De ervaring van de personeelsraadgever leert ook dat er regelmatig medewerkers aankloppen die in een conflictsituatie terecht zijn gekomen vanwege hun ambtelijk-kritische opstelling. Ze geven aan dat ze bijvoorbeeld genegeerd worden of, vanwege hun kritische opstelling, een slechte beoordeling krijgen. Er kan dan een negatief beeld van deze medewerkers ontstaan gedurende de rest van hun ambtelijke loopbaan. Doordat de personeelsraadgever ook deze signalen tot op het hoogste niveau kan aankaarten is dit een impuls om de ruimte binnen de organisatie voor tegenspraak te vergroten.